Een groene voordeur bedekt met een spinnenweb leidt naar een kleine ruimte – je bevindt je tegelijk binnen en buiten – en heeft als doel te beschermen. Veel begijnen waren vrouwen die zich verborgen voor hun rijke families, op de vlucht voor gearrangeerde huwelijken. Ergens in dit huis tikt een klok die je terugvoert naar je kindertijd. Een soort antropologie van sporen, restjes, leegte? Antropologie van geesten?
Een monumentale donkere figuur met een witte kap – in de geschiedenis gepositioneerd tussen kerk en hekserij – soms veroordeeld en verbrand op brandstapels als heks, dan weer gerespecteerd en beschermd. Middeleeuws en barok begijn, zonder equivalent. De begijnenbeweging was misschien wel de eerste georganiseerde feministische beweging in Europa: een vrouwengemeenschap, religieus getint maar zonder geloften, ten dienste van de maatschappij maar zonder externe regels, lofliederen zingend voor God maar zich niet laten regeren door kerkelijken. Een gemeenschap die zich vrijelijk bewoog, economisch onafhankelijk was en spiritueel creatief. In de 13e en 14e eeuw floreerde deze beweging – een tijd waarin de maatschappij twee rollen voor vrouwen had gedefinieerd: kloosterzuster of huisvrouw. Vroege begijnhoven waren ook de plaats voor experimentele praktijken in mystiek en egalitair anarchisme. Geïnspireerd door onderzoek en persoonlijke ervaringen van kunstenaars zweeft deze gegidste performance tussen binnen en buiten, privé en gemeenschappelijk, droom en geschiedenis.
Speeldata
Performance door Goda Palekaitė & Milda Januševičiūtė Productie assistent Julija Česnulaitytė